Uitvoeringsbesluit Wet strandvonderij
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 17-01-1934
- Bronpublicatie:
18-12-1933, Stb. 1933, 704 (uitgifte: 28-12-1933, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
17-01-1934
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-1933, Stb. 1933, 704 (uitgifte: 28-12-1933, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Bijzondere onderwerpen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De in het vorige artikel bedoelde strandvonders leggen, alvorens in dienst te treden, in handen van Onzen Commissaris in de provincie den eed af, dat zij met trouw, ijver en nauwgezetheid de voorschriften betrekkelijk de strandvonderij zullen in acht nemen en de belangen der rechthebbenden op de gestrande of aangespoelde zaken zullen behartigen.
2.
Tijdens hun dienst dragen zij een herkenningsteeken hun door Onzen Commissaris te verschaffen.