Einde inhoudsopgave
Verordening interdisciplinaire samenwerking 2015
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 30-05-2016
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd door Veiligheid en Justitie bij het besluit van 10-05-2016. Gecorrigeerd via een rectificatie (12-04-2017).
- Bronpublicatie:
03-02-2016, Stcrt. 2016, 25642 (uitgifte: 20-05-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-05-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-02-2016, Stcrt. 2016, 25642 (uitgifte: 20-05-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Notaris
Het is de notaris niet geoorloofd – direct danwel indirect – een samenwerkingsverband met beoefenaren van een ander beroep te onderhouden, dan met:
- a.
advocaten, lid van de Nederlandse Orde van Advocaten;
- b.
fiscaal juristen of fiscaal economen, lid van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs;
- c.
universitair geschoolde leden van het Register Belastingadviseurs;
- d.
leden van de Orde van Octrooigemachtigden; en
- e.
in het buitenland werkzame beoefenaren van de hiervoor vermelde danwel daarmee gelijk te stellen beroepen in het buitenland mits zij aan een tuchtrecht zijn onderworpen vergelijkbaar met dat waaraan de hiervoor genoemde personen onderworpen zijn en een adequate beroepsaansprakelijkheidsverzekering hebben.
De in dit artikel genoemde beroepsbeoefenaren zijn academisch gevormd en lid van de Nederlandse Orde van Advocaten, de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs en de Orde van Octrooigemachtigden en als zodanig herkenbaar als een eigen beroepsgroep. Zij zijn onderworpen aan een tuchtrecht dat vergelijkbaar is met dat voor notarissen, inclusief een geheimhoudingsplicht, met daaraan gekoppeld verschoningsrecht voor wat betreft de advocaten.
Overigens behoren tot de groep belastingadviseurs naast de fiscaal juristen tevens de fiscaal economen, voor zover lid van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs, nu dezen – zij het met een andere, gelijkwaardige opleidingsachtergrond – op gelijke wijze de belastingadviespraktijk uitoefenen.
Nieuw is de mogelijkheid met octrooigemachtigden samen te werken. Een octrooigemachtigde is onderworpen aan tuchtrecht en heeft een geheimhoudingsplicht met betrekking tot al hetgeen waarvan hij uit hoofde van zijn werkzaamheden als zodanig kennis neemt. De gedragsregels van de octrooigemachtigden sluiten het aangaan van een samenwerkingsverband met een notaris niet uit. Artikel 23h lid 4 sub b van de Rijksoctrooiwet geeft de Orde van Octrooigemachtigden de mogelijkheid om een samenwerkingsverordening uit te vaardigen. Van deze mogelijkheid is tot op heden nog geen gebruik gemaakt.
Omdat er sprake is van deling van winst en verlies kan geen samenwerkingsverband in de zin van deze verordening worden aangegaan met beroepsbeoefenaren die in loondienst zijn. Met anderen dan in artikel 2 vermelde beroepsbeoefenaren mag direct noch indirect een samenwerkingsverband worden aangegaan. Het is de notaris daarom niet toegestaan een samenwerkingsverband aan te gaan of te continueren met een beoefenaar van een ander beroep, die naast het (beoogde) samenwerkingsverband tevens een samenwerkingsverband heeft met een in artikel 2 van deze verordening niet genoemde beroepsbeoefenaar.
In Nederland werkzame buitenlandse beroepsbeoefenaren moeten getoetst worden aan de Nederlandse criteria.
Het staat de notaris vrij andere samenwerkingsvormen aan te gaan met beroepsbeoefenaren van een ander beroep, mits met waarborging van de zelfstandigheid en onafhankelijkheid van de notaris, en mits geen samenwerkingsverband in de zin van de verordening wordt gesuggereerd (zie ook het hiernavolgende artikel 4). Bij dit soort samenwerkingsvormen moet worden gedacht aan een incidentele gezamenlijke activiteit, strategische allianties of kantoorcombinaties waarbij bepaalde voorzieningen worden gedeeld.