Einde inhoudsopgave
Circulaire stelsel bewaken en beveiligen 2023
2.3 Stelselpartners
Geldend
Geldend van 01-07-2023 tot 30-06-2027
- Bronpublicatie:
27-06-2023, Stcrt. 2023, 18756 (uitgifte: 11-07-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2023, Stcrt. 2023, 18756 (uitgifte: 11-07-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
Gezagen
De gezagen binnen het stelsel zijn de Minister van Justitie en Veiligheid (uitgevoerd door de NCTV), de HOvJ’s en de burgemeesters. De gezagen zijn verantwoordelijk voor het nemen van beveiligingsmaatregelen op basis van dreiging en risico en besluiten hierover, geadviseerd door de politie en/of de KMar. Dit is in aanvulling op de maatregelen die getroffen worden onder de eigen verantwoordelijkheid van een persoon of onder verantwoordelijkheid van diens werkgever.
Intelligence
Binnen het stelsel bewaken en beveiligen wordt informatie verzameld over dreiging en risico ten aanzien van personen, objecten en diensten. De inlichtingen- en veiligheidsdiensten, en opsporings- en intelligenceorganisaties van de politie en KMar zijn verantwoordelijk voor het opstellen van de informatieproducten. In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op deze producten en de rol van het gezag om de verkregen informatie te analyseren en te vertalen naar een adequaat niveau van weerstand.
Uitvoeringsorganisaties
De politie en de KMar zijn de uitvoeringsorganisaties binnen het stelsel. De KMar voert beveiligingsopdrachten uit op basis van haar eigen politietaak of in bijstand of assistentie aan de politie. De uitvoering is zo georganiseerd, dat de politie en de KMar vanuit synergie en gelijkwaardigheid de beveiligingsopdrachten effectief en efficiënt kunnen uitvoeren, en waar nodig andere (private) partijen hierbij kunnen betrekken. De uitvoeringsorganisaties adviseren met betrekking tot de benodigde veiligheidsmaatregelen en trekken in gezamenlijkheid op om de intake en uitvoering van nieuwe opdrachten van het gezag vorm te geven in een gezamenlijk coördinatiecentrum.
Publiek-private samenwerking
Uitvoeringsorganisaties kunnen publiek-private samenwerking aangaan. Private partijen kunnen op hun specifieke expertise ingezet worden op bepaalde taken binnen een beveiligingsconcept, gebaseerd op het benodigde weerstandsniveau. Deels kan dit structureel, deels biedt de inzet van deze andere partijen de mogelijkheid fluctuaties in werklast op te vangen. Naast extra capaciteit, kan dit ook de kwaliteit van het beveiligingsconcept vergroten. Met het betrekken van de expertise en capaciteit vanuit de private sector, worden de mogelijkheden om een breed palet aan beveiligingsconcepten te ontwikkelen ook verruimd.
Bij de inzet van private organisaties, zijnde onderdeel van het beveiligingsconcept binnen het stelsel (niet zijnde private maatregelen in het kader van de werkgeversverantwoordelijkheid), gelden drie principiële uitgangspunten:
- •
Het geweldsmonopolie blijft bij de overheid;
- •
De uitvoering van hun taken valt onder regie van en is ondersteunend aan de uitvoeringsorganisaties, met instemming van het bevoegde gezag;
- •
De particuliere beveiliging voldoet aan certificerings- en opleidingseisen die door het bevoegde gezag worden gesteld.
Andere partners
Ook werkgevers en overkoepelende instanties zijn relevante partners. Vaak zijn dit de beveiligingsambtenaren (BVA’s) van departementen of vergelijkbare (private) functionarissen. Zij beschikken vaak ook over relevante informatie aangaande dreiging en risico of geven uitvoering aan de werkgeversverantwoordelijkheid.