NeR in Activiteitenbesluit milieubeheer

De NeR betrof een richtlijn ten aanzien van eisen aan emissies naar de lucht en had hierdoor pas rechtskracht zodra dit juridisch was vastgelegd, d.w.z. indien de wetgever in een besluit deze richtlijn heeft opgenomen.

Sinds de NeR is ingetrokken en verwerkt in de voorschriften uit hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 van het Activiteitenbesluit milieubeheer zijn de voorschriften met betrekking tot emissies naar de lucht direct werkend. De in de voorschriften beschreven technieken en maatregelen worden als BBT (Best Beschikbare Technieken) beschouwd (art. 2.14 lid 1c Wabo).

Hierbij kunnen de lucht- en geurvoorschriften uit hoofdstuk 2 (afdeling 2.3) van het Activiteitenbesluit milieubeheer worden gebruikt als vangnetvoorschriften, indien er geen specifieke lucht- of geurvoorschriften gelden op basis van de hoofdstukken 3, 4 of 5 of, in geval van IPPC-bedrijven, op basis van BBT-conclusies.

Bij vergunningverlening zal getoetst moeten worden welke activiteiten van het Activiteitenbesluit milieubeheer van toepassing zijn. Hiervoor worden de activiteiten in hoofdstuk 3 en hoofdstuk 5 beoordeeld. In de vergunningaanvraag zal voor de betreffende activiteiten een afdoende onderbouwing noodzakelijk zijn.

Voor IPPC-bedrijven zal een extra toetsing plaats moeten vinden aan de hand van de geldende BBT-conclusies en BREF’s.