Einde inhoudsopgave
Openbaarmaking van koersgevoelige informatie (VDHI nr. 107) 2011/6.4.3
6.4.3 Wijziging van de rechten van de effectenhouders
Mr. G.T.J. Hoff, datum 23-02-2011
- Datum
23-02-2011
- Auteur
Mr. G.T.J. Hoff
- JCDI
JCDI:ADS495047:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Voetnoten
Voetnoten
De informatieverplichtingen van art. 5:25h lid 1 en 2 Wft zien op infonnatie die over een wijziging van de rechten van de effectenhouders verstrekt moet worden nadat deze wijziging eenmaal tot stand is gebracht. Ik wijs er op dat aan de voorgenomen besluitvorming over een wijziging van deze rechten gewoonlijk reeds de nodige publiciteit zal zijn verbonden, hetzij op grond van de wet en de statuten van de uitgevende instelling, hetzij op grond van de vigerende leningvoorwaarden.
Gewezen kan bijvoorbeeld worden op het gesneefde plan van DSM N.V. om in de statuten een zogeheten loyaliteitsdividendplan in te voeren. De regeling kwam erop neer dat 'loyale' aandeelhouders, dat wil zeggen aandeelhouders die zich laten registreren en hun aandelen gedurende een bepaalde periode niet vervreemden, meer dividend ontvangen dan hun medeaandeelhouders. Zie OK 28 maart 2007, JOR 2007/118 m.nt. M. Brink (DSM NV) en HR 14 december 2007, NJ 2008, 105 m.nt. J.M. Maeijer, JOR 2008/11 m.nt. A. Doorman (DSM N.V).
Een voorbeeld is het persbericht van Unilever van 29 maart 2010 (Unilever N.V. takes steps to further improve corporate governance. Pmposals to simplify capital structure of Unilever N.V.). Uit het persbericht — dat voorafgaand aan de publicatie van de agenda openbaar is gemaakt — blijkt dat een voorstel tot wijziging van de statuten aan de algemene vergadering zal worden voorgelegd. Die wijziging voorziet in het afschaffen van de cumulatief preferente aandelen. Niet alle uitgevende instellingen lijken zich overigens van het mogelijk koersgevoelige karakter van bepaalde onderwerpen op een agenda van een algemene vergadering van aandeelhouders bewust te zijn.
Wijziging van de financiële aanspraken of de zeggenschapsrechten die aan een financieel instrument zijn verbonden, zal doorgaans koersgevoelig zijn. Gelet op het belang van deze informatie voor beleggers zijn uitgevende instellingen verplicht om onverwijld informatie openbaar te maken omtrent wijzigingen in (i) de rechten die aan door haar uitgegeven aandelen van een bepaalde klasse zijn verbonden (alsook aan door haar uitgegeven rechten op het verwerven van aandelen) en (ii) de rechten van houders van andere effecten (art. 5:25h lid 1 en 2 Wft).1
Tot bedoelde wijzigingen van de rechten van effectenhouders kunnen bijvoorbeeld worden gerekend: wijzigingen in dividendgerechtigdheid,2 de administratievoorwaarden van converteerbare obligaties, de leningvoorwaarden of te hanteren rentevoeten. Daarnaast kan bijvoorbeeld worden gewezen op decertificering, afschaffing van het vrijwillige structuurregime, het treffen of ongedaan maken van beschermingsmaatregelen en intrekking van prioriteitsaandelen dan wel een golden share. Dikwijls vergen deze besluiten (ook) een wijziging van de statuten waarvoor een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders is vereist (art. 2:121 BW). Reeds het doen van een voorstel tot statutenwijziging aan de algemene vergadering — dat bij veel uitgevende instellingen slechts mogelijk is op voorstel van het bestuur of de raad van commissarissen — zal dan al koersgevoelig kunnen zijn. Is dat het geval, dan kan de uitgevende instelling er niet mee volstaan uitsluitend de procedurevoorschriften van art. 2:123 BW na te leven, maar dient eveneens het voor koersgevoelige informatie geldende openbaarmakingsregime nageleefd te worden.3